Johannes was architect en de eigenaar van een beeld-, marmer- en steenhouwerij, gevestigd aan het Ortheneinde C373 in Den Bosch (in het huidige gedeelte van de Orthenstraat tussen het Bokhovenstraatje en de Jan Heinsstraat). Daarnaast was hij tekenaar en leverancier van altaren, schoorsteenmantels en grafmonumenten. In 1875 nam hij deel aan een tentoonstelling te Arnhem met ontwerpen voor altaren gewijd aan de H. Johannes en de H. Maria. Ook diende hij een ontwerp in voor een hoofdaltaren en vleugelaltaren voor de Sint-Janskerk in Den Bosch. Vanaf 1852 was hij als bouwmeester belast met het toezicht op het onderhoud van de Sint-Jan. Dit toezicht beperkte zich tot de binnenzijde van de Sint-Jan. Het toezicht van de restauratie van de kathedraal en het onderhoud van het exterieur viel onder de verantwoordelijkheid van architect Veneman. Voorts was hij lid van het kerkbestuur van de kathedraal, onder andere als kerkmeester. Van 1869 tot 1898 was hij lid van de gemeenteraad van Den Bosch en als zodanig ook lid van de raadscommissie die toezicht hield op de restauratie van de westtoren van de kathedraal. Hij woonde in 1865 op het adres Korte Putstraat 22 en in 1875 op het adres Tolbrugstraat 74. Omstreeks 1900 heeft hij o.a. het huis Het Cijferboek, nu Verwersstraat 22, in eigendom en en het naastgelegen huis De Vlasblom, Verwersstraat 24. Dit laatste huis was daarvoor drie generaties lang eigendom van de notaristak van de familie Bolsius, sinds het in 1798 werd aangekocht. | 45 |
J.J.H. Bolsius, in 's-Hertogenbosch geboren in 1824 en daar overleden in 1914, werd als bouwmeester in 1852 door het kerkbestuur met het toezicht op het onderhoud van de Sint Jan belast, hetgeen zich sinds de organisatie van de uitwendige herstelling beperkte tot het interieur. Hij ontwierp in 1854 de nieuwe pastorie, waarvan de bouw in 1856 voltooid was, verrichtte met Veneman werken aan de Lievevrouwekapel (bij de toren) in 1854 en aan de sacristie (tevoren kosterij) in 1854, en leverde in 1866 met P.J.H. Cuypers het ontwerp voor een koorafsluiting ter vervanging van het oxaal dat hij als afbraakmateriaal gekocht had en doorverkocht aan een Engelse kunsthandelaar. Verder verrichtte hij diensten zoals het berekenen van de kosten van een gasverlichting voor de kerk (1862). Als gemeenteraadslid zat hij in de raadscommissie die toezicht hield op de restauratie van de westtoren van de Sint Jan (1870-1874).157 | 94 |
Noten | |
157. | Peeters 1973, 143; Scheen 1969-1970, 1, 124. |
Geb. Den Bosch 23 maart 1824, overl. Den Bosch 6 mei 1914. Woonde en werkte in die stad. Van beroep bouwmeester en koopman, tevens tekenaar van gebouwen en altaren.
Tentoonstelling te Arnhem in 1875: ontwerpen voor altaren toegewijd aan: de H. Johannes, de H. Maria; ontwerp voor een hoofdaltaar en vleugelaltaren voor de St.-Janskerk in Den Bosch.
| 124 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 280
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 367
H.F.J.M. van den Eerenbeemt en L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch op de drempel van een nieuwe tijd (1960) 100, 101, 102
Jacob Jonker, 'De familie Bolsius en de Sint-Jan' in: inbrabant 2 (2020) 45
A.M. Koldeweij, In Buscoducis Bijdragen (1990) 448, 449, 450
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 45, 67, 68, 70, 82, 84, 85, 161, 294, 299, 342, 343, 446
Pieter A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstnaars 1750-1950 A-L (1969) 124
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 188